Portretten Gezinsbond Nijlen valt op “We amuseren ons en stralen dat plezier uit” De vrijwilligers in Gezinsbond Nijlen maken er een erezaak van: hun lokale werking valt op. Voorzitter Gunther Melis en secretaris Ils Blockhuys delen hun inzichten in ‘lokale afdelingsmarketing’. Frituur Frittie, zakenkantoor Dens en hoorcentrum Vercammen: een kleine greep uit de vele lokale handelaars die Gezinsbond Nijlen onlangs inschakelde om de jaarlijkse paaseierenraap mee op poten te zetten. In totaal kwamen meer dan 150 kinderen eieren rapen. Ook de naburige Gezinsbond-afdelingen uit Bevel en Kessel droegen hun steentje bij. Het samenwerken met andere organisaties en verenigingen, het zien van doelgroepen en het zelf gezien worden door overal aanwezig te zijn: alle basisbeginselen van ‘lokale afdelingsmarketing’ kwamen in deze actie samen, vatten Gunther en Ils gebald samen. De paaseierenraap is een mooi voorbeeld. Welke activiteiten, evenementen of acties liepen de afgelopen jaren nog in de kijker? Gunther: “Onze topper is het kindercarnavalbal samen met Ferm Nijlen. Het eerste jaar was de zaal te klein, het tweede jaar was een grotere zaal ook te klein. Dit jaar hebben we het feest in twee gesplitst: in de voormiddag kleuterbal, in de namiddag kinderbal. En twee keer zat het stampvol. Het WK Loopfietsen afgelopen zomer was ook een schot in de roos. Als we opvallende activiteiten organiseren, verschijnen we regelmatig in de krant. Dat was bijvoorbeeld het geval met de kookworkshops op maat van mannen en het kindercarnavalbal tijdens corona. Dat kon toen niet doorgaan, maar we zijn niet bij de pakken blijven zitten. We hebben kinderchampagne aan huis geleverd en een livestream met DJ geregeld. Zo konden mensen thuis carnaval vieren. Als je een paar keer in de krant komt, merk je dat dat de ronde doet. We organiseren niks met het oog op in de krant komen. We denken eerder ‘misschien is het goed om voor deze activiteit de pers te verwittigen’. Elke keer een persbericht uitsturen, dat werkt niet. Dan negeren journalisten je op den duur. Maar af en toe maken we een kant-en-klaar berichtje met foto en dat lukt dan wel.” Ils: “Bij het WK Loopfietsen was de locatie enorm belangrijk. We hadden dat in het park georganiseerd, naast de grote speeltuin. Gezinnen die gewoon naar de speeltuin kwamen, zagen ook ons evenement.” Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie acties gezien worden? Ils: “In eerste instantie op de old-school-manier: we werken nog altijd veel met flyers. Heel wat vrijwilligers bussen die bij de leden en we verdelen ze op activiteiten en scholen. Soms aan specifieke doelgroepen, soms aan alle gezinnen.” Gunther: “En dat werkt goed. We zetten veel in op sociale media en dat loopt vlot, maar als je enkel daarop inzet, mis je een groot aantal gezinnen. Niet per se omdat ze niet digitaal volgen, maar het moet al lukken dat je scrollend ergens een activiteit tegenkomt. Daarom zijn de papieren flyers zo belangrijk. We vullen dat af en toe aan met affiches in lokale winkels. We merken het effect. We proberen onszelf in de kijker te zetten door veel activiteiten te doen en we organiseren voor elk type gezin wel iets. Daardoor belanden we tegenwoordig automatisch in het activiteitenboekje van de gemeente. Mensen doorbladeren dat en zien ons telkens opnieuw passeren, die herhaling werkt. We worden er meer en meer op aangesproken. We geven onze activiteiten trouwens altijd in op UiTinVlaanderen. Dat gaat makkelijk via activiteitenbeheer. We nemen ook regelmatig deel aan externe evenementen. Onlangs stonden we bijvoorbeeld met een standje op de autoloze zondag hier in de gemeente. De kinderen konden zich gratis laten grimeren, en we hadden onze reuzespelen bij. Dat zijn momenten waarop je mensen aan het denken zet, waarop ze een keer iets extra komen vragen. Daarnaast hebben we hier in de gemeente een buurtpunt. Een sociale plek waar onder andere het Huis van het Kind, de sociale kruidenier en het JAC voor jongeren gevestigd zijn. Met de Gezinsbond houden we daar maandelijks een ‘zitdag’, dat is een mooi netwerkmoment. Iedereen die geïnteresseerd is, kan langskomen voor een babbel en een koffie. Op die manier leert de buurt ons kennen, en wij de buurt. Zo ontstaan er mooie wisselwerkingen. Het helpt om jezelf in de kijker te werken.” Ils: “We werken samen met het oudercomité van de school of met de bib van Nijlen. We proberen altijd partners te vinden. Zo spreek je een dubbel publiek aan en deel je de kosten: win-win. Die samenwerkingen vind ik heel belangrijk. We zijn niet enkel de Gezinsbond op onszelf, maar willen samen met anderen in de kijker lopen. Dat versterkt mekaar. En we durven ook vernieuwen. Na elke activiteit stellen we ons de vraag: herhalen we dit volgend jaar? Zelfs al was het een succes, steken we de activiteit soms enkele jaren in de ijskast. Dat houdt het plezant voor iedereen, elk jaar de agenda kopiëren vinden we maar saai.” Hoe gaan jullie met sociale media aan de slag? Gunther: “We zetten er best hard op in. We hebben een account op Facebook en Instagram. Op Facebook posten we elke dag minstens een bericht. We wisselen af tussen foto’s van voorbije activiteiten, aankondigingen en informatieve berichten van goedgezind.be, de website van de Gezinsbond. De berichten met foto’s van eigen mensen hebben het meeste succes, omdat mensen andere mensen van de gemeente herkennen natuurlijk. Instagram gebruiken we niet elke dag. Dat dient bij ons vooral om activiteiten aan te kondigen en eens terug te blikken. We merken wel dat sociale media helpt om onze evenementen bekend te maken.” Hoe zetten jullie op die activiteiten of evenementen het ‘merk’ van de Gezinsbond consequent in de kijker? Gunther: “We doen altijd alles erop en eraan. Banners, flyers… En we hebben geïnvesteerd in T-shirts en een extra vest voor de hele groep. Iedereen loopt daar graag mee rond, we dragen die op alle activiteiten. Het maakt ons heel zichtbaar.” Het T-shirt maakt jullie wel zichtbaar, maar niet per se aanspreekbaar. Hoe verlagen jullie de drempel om naar jullie toe te komen? Ils: “Zo’n T-shirt werkt inderdaad niet als je gewoon staat te wachten tot iemand iets opmerkt. We spreken mensen tijdens evenementen actief aan: ‘Hoe ervaren jullie dit? Wat vinden jullie van dat?’ Of we gaan bij activiteiten rond voor een informeel babbeltje hier en daar. En we vragen door: ‘waarom vind je dat? Hoe kunnen we dat (beter) doen?’ We staan echt open voor tips of leuke ideeën van zowel leden, vrijwilligers als niet-leden. Niet ja-knikken en doorgaan, maar echt luisteren. Zo weten mensen dat we bereikbaar zijn en geven ze sneller feedback.” Gunther: “En ook belangrijk: we maken het altijd plezant tijdens activiteiten. We amuseren ons en stralen dat uit.” Wat zijn zo voorbeelden van opmerkingen waarmee jullie aan de slag zijn gegaan? Gunther: “Onze EHBO-cursus bijvoorbeeld, of zingen met baby’s, peuters en kleuters. Vorig jaar hebben we op vraag ook een uitstap naar een kasteel georganiseerd. In principe kan iedereen daarbij mee, maar het publiek bestond voornamelijk uit senioren. Dit jaar gaan we dat opnieuw doen. Als je ingaat op zo’n specifieke vraag, merk je dat een groot aantal van de deelnemers mensen zijn die voor de rest niet veel met andere activiteiten meedoen. Dat vind ik fijn, het zet een deur open. Op een evenement voor kleinkinderen kort na de kasteeluitstap, zag ik dat er toch een drietal senioren ook daar langskwamen. De stap leek gezet.” Sommige mensen zijn mondiger dan anderen en geven daardoor sneller feedback, of drukken hun belangen sterker door. Hoe verliezen jullie geen doelgroepen uit het oog? Ils: “We maken die reflex als we op vergaderingen de agenda erbij halen en we de activiteiten overlopen. Onze workshop koken, bijvoorbeeld, proberen we op te splitsen in een zestal workshops: op maat van oma’s, opa’s, mama’s, papa’s, oudere kinderen en jongere kinderen. Zo komt iedereen aan bod. We houden onze ogen ook open voor wat er op ons afkomt. Als we een interessante lezing zien passeren of de Gezinsbond Nationaal biedt iets aan, dan kijken we: ‘Is dat iets voor ons? Wat hebben we al voor die doelgroep? Kunnen we dat inlassen? Waar past het nog in de agenda?’” Al die activiteiten organiseren, vraagt natuurlijk om een legertje vrijwilligers. Hoe houden jullie de connectie met hen warm? Gunther: “Twee tot drie keer per jaar doe ik een ronde van deur tot deur om een babbeltje te slaan. Voor de Week van de Vrijwilliger geven we altijd een kleine attentie. Rond de kerstperiode steken we een handgeschreven kerstkaartje in de bus. Het zijn kleine dingen, maar zo voelen ze zich geapprecieerd. Het is het minste wat je kan doen, vind ik. Zelfs als een vrijwilliger maar een keer per jaar opdraaft. Tenslotte zorgen die vele helpende handen ervoor dat het haalbaar blijft en dat we draaien.”